ik kan maar niet vergeten
hoe ik toen je naam uitsprak
betoverend als de nacht
en mijn overvloed aan liefde
in elke letter uit mijn tikkend hart
naar de sterren aan de hemel dacht
en ik bedenk nog eens de gekte
van mijn bloesemroze wangen
de verliefdheid op mijn gezicht
hoe ik zweefvogels nodigde
één voor één
ze liet landen in menig gedicht
en nu,
na zoveel verleden
bewaar ik alle goeds in het gemoed
veilig onder mijn witte huid
hoor, een verre pauw roept regen
verstild staar ik in de schemer
hoor voetstappen, een vertrouwd geluid
“Kom” zeg je “Het linnen wacht,
laten we dromen onder de sprei”
en jouw blik maakt mijn stramheid week
strijkt elke gehate rimpel onzichtbaar
ik schud mijn spieren los en ik leg
mijn botten in het maanlicht op de bleek
* Geschreven voor de
Willem Wilmink Dichtwedstrijd 2012
© Hilly Nicolay
2 maart 2012